Terug naar inhoudsopgave

Verbinding maken met een draadloos netwerk


Verbinding maken met een draadloos netwerk
Voor het eerst verbinding maken
Wi-Fi Protected Setup* gebruiken
Een toegangspunt configureren en een netwerk configureren
Een inschrijver met een netwerk of een toegangspunt verbinden
Een inschrijver toevoegen aan een bestaand netwerk op de registratieserver
Andere beheerprogramma's voor draadloze verbindingen


Verbinding maken met een draadloos netwerk

Hier volgt een samenvatting van de instructies om verbinding te maken met een bestaand draadloos netwerk. U kunt een van de volgende methoden gebruiken.


Voor het eerst verbinding maken

Intel PROSet/Wireless detecteert automatisch de draadloze netwerken die zich binnen het bereik van de draadloze adapter bevinden. Wanneer een netwerk wordt gevonden, wordt een waarschuwing weergegeven: Draadloze netwerken gevonden. Zie Taakbalkpictogrammen voor meer informatie.

  1. Dubbelklik op de waarschuwing om het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless te openen.
  2. Selecteer een netwerk in de lijst Draadloze netwerken.
  3. Klik op Verbinden. Als er voor het netwerk geen verificatie vereist is, verschijnt de melding dat u verbonden bent met het netwerk. Zie Hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless en Taakbalk voor meer informatie over het taakbalkmenu en de pictogrammen.

Als verificatie nodig is voor het netwerk:

  1. De pagina Algemene instellingen van Profielbeheer wordt geopend en begeleidt u bij het configuratieproces.
  2. Geef een profielnaam op. De profielnaam is de naam die u aan het netwerk geeft. U kunt elke naam gebruiken die helpt om het netwerk te identificeren. Voorbeelden zijn: Mijn thuisnetwerk, Koffieshop op een straat.
  3. Naam draadloos netwerk (SSID): Hier wordt de netwerknaam (SSID) weergegeven.
  4. Klik op Volgende. Op de pagina Beveiligingsinstellingen wordt geprobeerd de instellingen van dit netwerk te detecteren.
  5. Klik op OK om verbinding te maken met het draadloze netwerk.

Als u de waarschuwing Draadloze netwerken gevonden negeert, geeft Intel PROSet/Wireless de volgende vraag weer: Wilt u verbinding maken met een draadloos netwerk? Klik op Ja. Het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless wordt geopend. Volg de bovenstaande instructies om verbinding te maken met een draadloos netwerk.

draadloze netwerken gevonden

De status van een verbinding, de lijst met draadloze netwerken en de verbindingsstatus worden ook weergegeven in Intel PROSet/Wireless. Zie Hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless voor meer informatie.


Wi-Fi Protected Setup* gebruiken om een netwerk te configureren of aan te melden bij een netwerk

Intel PROSet/Wireless implementeert Wi-Fi Protected Setup* waarmee u eenvoudig en veilig een draadloos netwerk kunt configureren en beheren. Met deze functie kunt u een draadloos netwerk configureren en nieuwe apparaten in het netwerk opnemen. Wi-Fi Protected Setup vereenvoudigt het configuratieproces en zorgt er tegelijkertijd voor dat het netwerk veilig wordt geconfigureerd. In deze bespreking worden de volgende termen gebruikt.

Een nieuw draadloos netwerk wordt gemaakt door het toegangspunt te configureren, de gewenste computers met draadloze adapters te koppelen en eventueel externe netwerkverbindingen (zoals een internetverbinding) aan te sluiten (gewoonlijk door het toegangpunt aan te sluiten op een DSL- of kabelmodem of equivalent apparaat).


Een toegangspunt configureren en een netwerk configureren

Met de volgende stappen configureert u deze computer als registratieserver voor een beveiligd netwerk of toegangspunt.

  1. Zoek het eigendomswachtwoord voor het toegangspunt op. Dit wordt ingesteld door de fabrikant van het toegangspunt. Het wachtwoord is vaak te vinden op een label op de onderkant van het apparaat.
  2. Schakel het netwerktoegangspunt in.
  3. Schakel Intel PROSet/Wireless in op de computer die u wilt instellen als registratieserver.
  4. Klik in Intel PROSet/Wireless op Extra > Toepassingsinstellingen.
  5. Schakel in het gebied Geavanceerde instellingen onder Wi-Fi Protected Setup de optie Apparaatregistratie inschakelen in.

  1. Er volgt een volgende bericht met de melding dat een of meer compatibele apparaten zich in het bereik van uw computer bevinden. Klik op dit bericht. (Of u kunt het netwerk selecteren in de lijst met draadloze netwerken in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.)

  1. Het volgende venster wordt geopend. Selecteer in de lijst met beschikbare netwerken het netwerk waarmee u verbinding wilt maken. In dit voorbeeld is UnConfiguredAP geselecteerd. Deze lijst bevat de netwerken die zijn gedetecteerd. Klik op Volgende.

  1. Zie het volgende venster. Voer het eigendomswachtwoord in dat u hebt opgehaald uit het toegangspunt. Klik op Volgende om door te gaan.

  1. In het volgende venster worden de Netwerknaam, het Beveiligingstype en het Wachtwoord weergegeven. Als het toegangspunt al is geconfigureerd, wordt het grijs weergegeven. Ga dan verder met stap 10. Als het toegangpunt niet is geconfigureerd (de velden worden niet grijs weergegeven), gaat u verder met stap 11.
  2. Na enkele seconden wordt het volgende bericht weergegeven:

    Het toegangspunt is al geconfigureerd. Wilt u het opnieuw configureren?

    Als u het toegangspunt niet opnieuw wilt configureren, selecteert u Nee. U wordt aangemeld bij het netwerk, de verbinding wordt tot stand gebracht en er wordt een profiel gemaakt. Vervolgens wordt de software afgesloten en is deze procedure voltooid. Als u het toegangspunt opnieuw wilt configureren, selecteert u Ja.
  3. Het volgende venster wordt weergegeven (dit kan afwijken van het venster dat hieronder wordt weergegeven). In het eerste veld wordt de naam van het toegangspunt weergegeven. Standaard is dit de netwerknaam (SSID). In dit voorbeeld is de naam MijnWPS gebruikt. U kunt een zelfgekozen naam gebruiken.
  4. Het volgende veld in het venster is het Beveiligingstype. Selecteer het gewenste beveiligingstype.
  5. Het derde veld bevat het Wachtwoord (sleutel). Het weergegeven wachtwoord is willekeurig gegenereerd of vooraf geconfigureerd, maar u kunt het wijzigen in een door u gekozen wachtwoord. Voor betere beveiliging moet u een sterk wachtwoord kiezen. Het moet 8 tot 63 tekens bevatten. (Het wachtwoord wordt later op de inschrijver (computer) ingevoerd om toegang te krijgen tot dit netwerk.) Als u deze stap hebt voltooid, klikt u op Volgende.

  1. In de volgende vensters wordt de configuratie van het toegangspunt en de registratieserver weergegeven.

Het volgende venster wordt kort weergegeven en bevat de configuratie van draadloze instellingen voor het toegangspunt.

  1. Nadat het netwerk de beveiligingsreferenties heeft ontvangen, krijgt u de volgende melding Het maken van verbinding met netwerk <naam van draadloos netwerk> is gelukt. Klik op Voltooien. Hiermee is de configuratie van het toegangspunt en de registratieserver voltooid.

  1. Als u deze instellingen in een profiel wilt opslaan voor toekomstig gebruik op een oudere client, klikt u op Draadloze instellingen opslaan naar: C:\<naam van draadloos netwerk>. De profielinstellingen worden in een tekstbestand (txt) opgeslagen op de lokale vaste schijf. Het bestand wordt standaard op het lokale C:\-station opgeslagen. Accepteer de standaardlocatie voor opslag of klik op Bladeren om een andere locatie op de computer te kiezen.

Vervolgens kunt u een inschrijver (computer) met het netwerk verbinden via de registratieserver.


Een inschrijver met een netwerk of een toegangspunt verbinden

Voer de volgende stappen uit om een inschrijver te verbinden met het netwerk dat u zojuist hebt gemaakt. Er wordt aangenomen dat Intel PROSet/Wireless wordt uitgevoerd op de registratieserver.

  1. Op de inschrijver die u met het netwerk wilt verbinden geeft het volgende bericht aan dat er een of meer toegangspunten met Wi-Fi Protected Setup aanwezig zijn in het bereik van uw draadloze computer. Klik op dit bericht. (Of u kunt het netwerk selecteren in de lijst met draadloze netwerken in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.)

  1. De beginpagina van Configuratie draadloos netwerk wordt geopend. Selecteer in de lijst Beschikbare netwerken het netwerk waarmee u verbinding wilt maken (in het voorbeeld is dat MijnWPS). Klik op Volgende.
  1. Het venster Opsporen, dat u hieronder ziet, wordt geopend. De inschrijver die u met het netwerk wilt verbinden spoort de registratieserver voor het netwerk op. Aangenomen dat het opsporingsproces is geslaagd, wordt de naam van de registratieserver of het toegangspunt weergegeven.

  1. In het volgende venster wordt het apparaatwachtwoord (wachtwoord van de inschrijver) weergegeven. Het wachtwoord wordt weergegeven op de inschrijver en is een uniek, willekeurig tijdelijk wachtwoord voor de inschrijver. Met dit wachtwoord wordt toestemming gevraagd om verbinding te maken met het netwerktoegangspunt. (Het hieronder weergegeven wachtwoord is slechts een voorbeeld).

  1. Voer op de registratieserver het wachtwoord voor de inschrijver in. Klik op Volgende.

Opmerking: Er wordt verondersteld dat op de registratieserver de software van Intel PROSet/Wireless wordt uitgevoerd. Het proces en de vensters die op de registratieserver worden weergegeven, kunnen anders zijn bij software van andere leveranciers. Sommige toegangspunten beschikken over een ingebouwde registratieserver.

  1. In het volgende venster wordt het profiel voor dit netwerk weergegeven. Het geselecteerde profiel wordt naar de inschrijver verzonden, zodat deze toegang krijgt tot het netwerk. Alleen ondersteunde profielen worden weergegeven. Ondersteunde profielen zijn gebaseerd op WPA-PSK, WPA2-PSK en Open (geen) beveiliging. Selecteer het profiel en klik op Volgende om de inschrijving te voltooien.

  1. Het volgende venster geeft aan dat de registratie van de inschrijver bij de registratieserver is voltooid. Klik op Voltooien.

  1. Klik op de inschrijver op Volgende. Op de inschrijver krijgt u de melding Het maken van verbinding met netwerk <naam van draadloos netwerk> is gelukt. Klik op Voltooien.

Een inschrijver toevoegen aan een bestaand netwerk op de registratieserver

Met de volgende procedure kunt u een inschrijver toevoegen aan een bestaand netwerk, waarbij het toegangspunt al is geconfigureerd en de registratieserver al is aangemeld bij het toegangspunt.

Opmerking: Er wordt verondersteld dat op de registratieserver de software van Intel PROSet/Wireless wordt uitgevoerd. Het proces en de vensters die op de registratieserver worden weergegeven, kunnen anders zijn bij software van andere leveranciers.

  1. Zorg dat u het apparaatwachtwoord hebt voor de inschrijver (computer) die u aan het netwerk wilt toevoegen.
  2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Intel PROSet/Wireless in het systeemvak en selecteer Nieuw apparaat toevoegen.
  3. Voer stap 5 tot en met 8 uit van de procedure Een inschrijver met een netwerk of een toegangspunt verbinden.

Andere beheerprogramma's voor draadloze verbindingen

Als Intel PROSet/Wireless ontdekt dat een andere toepassing probeert te communiceren met het draadloze apparaat, wordt een bericht weergegeven.

Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration

Als u wilt overschakelen van Intel PROSet/Wireless naar Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration, gebruikt u een van de volgende methoden:

Via het taakbalkmenu:

Klik op Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi om over te schakelen naar Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration. Als u deze optie selecteert, zal Intel PROSet/Wireless niet meer fungeren als het beheerprogramma voor de draadloze adapter. U kunt Microsoft Windows XP dan configureren als het beheerprogramma voor de draadloze verbindingen.

beheer van draadloze verbindingen wijzigen

Opmerking: Profielen voor draadloze verbindingen die zijn gemaakt in Intel PROSet/Wireless, zijn niet zichtbaar in Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration. Als u de Intel-profielen wilt gebruiken, moet u Intel PROSet/Wireless gebruiken voor het beheer van Wi-Fi selecteren in het taakbalkmenu.

Vanuit Intel PROSet/Wireless:

Klik in Intel PROSet/Wireless in het menu Geavanceerd op Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi. Wanneer u klaar bent met Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration, kunt u terugschakelen naar Intel PROSet/Wireless. Klik op Intel PROSet/Wireless inschakelen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless of klik op Intel PROSet/Wireless gebruiken voor het beheer van Wi-Fi in het taakbalkmenu.

beheerd door Windows

Software van derden

Als u gebruik maakt van software die is geleverd door een hotspot (bijvoorbeeld in een koffieshop of op een vliegveld), stelt Intel PROSet/Wireless u hiervan op de hoogte alvorens zichzelf uit te schakelen. Intel PROSet/Wireless kan het draadloze apparaat niet beheren wanneer een ander beheerprogramma ermee communiceert. Als u de voorzieningen van Intel PROSet/Wireless wilt gebruiken, moet u deze software uitschakelen of verwijderen wanneer u de locatie met de hotspot verlaat.


Terug naar boven

Terug naar inhoudsopgave

Voorwaarden voor het gebruik