Terug naar inhoudsopgave

De software van Intel(R) PROSet/Wireless gebruiken


Intel PROSet/Wireless gebruiken voor het beheer van draadloze verbindingen
Intel PROSet/Wireless starten
Intel PROSet/Wireless starten vanaf de taakbalk

Hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless

Menu's in Intel(R) PROSet/Wireless

Draadloze radio in- of uitschakelen
De software installeren en verwijderen
WMM Power Save inschakelen


Intel PROSet/Wireless gebruiken voor het beheer van draadloze verbindingen

Met Intel(R) PROSet/Wireless configureert, bewerkt en beheert u netwerkprofielen om verbinding te maken met een netwerk. U beschikt ook over geavanceerde instellingen zoals energiebeheer en kanaalselectie voor de configuratie van ad-hocnetwerken.

Als u Microsoft* Windows XP* Wireless Zero Configuration gebruikt als het beheerprogramma voor draadloze verbindingen, kunt u het uitschakelen op het tabblad Draadloze netwerken van Microsoft Windows.

Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration uitschakelen als het beheerprogramma voor draadloze verbindingen:

  1. Klik achtereenvolgens op Start > Instellingen > Configuratiescherm.
  2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
  3. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding.
  4. Klik op Eigenschappen.
  5. Klik op Draadloze netwerken.
  6. Controleer of het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren niet is ingeschakeld. Als het selectievakje is ingeschakeld, schakelt u het nu uit.
  7. Klik op OK. Hiermee bevestigt u dat Intel PROSet/Wireless is geconfigureerd om uw netwerkprofielen te beheren.

Opmerking: Controleer of de optie Waarschuwen als een andere toepassing de draadloze adapter gebruikt in Toepassingsinstellingen is geselecteerd. Hierdoor wordt u gewaarschuwd wanneer Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration uw netwerkprofielen begint te beheren.


Intel PROSet/Wireless starten

Intel PROSet/Wireless starten:

Intel PROSet/Wireless sluiten vanaf het hoofdvenster:


Intel PROSet/Wireless starten vanaf de taakbalk

Als u Intel(R) PROSet/Wireless wilt starten, dubbelklikt u op het taakbalkpictogram taakbalkpictogram in de rechterbenedenhoek van uw Windows-bureaublad of klikt u met de rechtermuisknop op het taakbalkpictogram en klikt u op Intel PROSet/Wireless openen.

Opties in het taakbalkmenu

taakbalkmenu

Het taakbalkpictogram van Intel PROSet/Wireless wordt in de rechterbenedenhoek van het Windows-bureaublad weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram om de menuopties weer te geven.

Menu-item Opmerkingen

Intel PROSet/Wireless openen

Klik op deze optie om Intel PROSet/Wireless te starten als u Intel PROSet/Wireless wilt gebruiken voor het beheer van de draadloze verbindingen. Als u Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi* selecteert in het taakbalkmenu, wijzigt de menuoptie in Wireless Zero Configuration openen en kunt u Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration Service gebruiken voor het beheer van de draadloze verbindingen. Wanneer u Microsoft Windows gebruikt, kunt u de Intel-profielen niet gebruiken.

Wireless Zero Configuration openen

Draadloze communicatie aan

Als Intel PROSet/Wireless is geïnstalleerd, wordt de huidige status van de radio weergegeven in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless en op de taakbalk. Selecteer Draadloze communicatie aan om de radio in te schakelen. Selecteer Draadloze communicatie uit om de radio uit te schakelen.

Als op uw computer een externe schakelaar is geïnstalleerd, kunt u hiermee de radio in- of uitschakelen. Raadpleeg de documentatie van de leverancier van uw computer voor meer informatie over de schakelaar.

Draadloze communicatie uit

802.11a-radio uit

Deze optie is alleen beschikbaar voor draadloze adapters die 802.11a, 802.11b en 802.11g ondersteunen. Selecteer deze optie om de 802.11a-radio uit te schakelen.

Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar als de desbetreffende optie niet is ingeschakeld in het Hulpprogramma voor beheerders of als uw adapter een Intel(R) PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding is.

Intel Wireless Troubleshooter openen

Hiermee opent u een toepassing die u kan helpen bij het oplossen van problemen met draadloze netwerkverbindingen. Wanneer een probleem met een verbinding wordt gedetecteerd, verschijnt in de rechterbenedenhoek van het scherm een waarschuwing. Zie Intel Wireless Troubleshooter voor meer informatie.

Verbinding maken met profiel

Hiermee worden de huidige profielen in de profiellijst weergegeven. U kunt deze optie ook gebruiken om verbinding te maken met een profiel.

Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi

Hiermee schakelt u tussen Intel PROSet/Wireless en Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration Service. Wanneer u Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration Service gebruikt, kunt u uw Intel-profielen niet gebruiken.

Intel PROSet/Wireless gebruiken voor het beheer van Wi-Fi


Taakbalkpictogrammen

Het pictogram op de taakbalk geeft een visuele aanwijzing voor de status van de draadloze verbinding. Het statuspictogram staat in de rechterbenedenhoek van het Windows-bureaublad. Via de Toepassingsinstellingen in het menu Extra kunt u instellen of het taakbalkpictogram wordt weergegeven of verborgen.

Pictogram Beschrijving

draadloze communicatie uit

Draadloze communicatie uit: De draadloze adapter is uitgeschakeld. Het draadloze apparaat verzendt of ontvangt geen gegevens zolang het is uitgeschakeld. Klik op Draadloze communicatie aan om de adapter in te schakelen. Het pictogram is wit en statisch.

netwerken zoeken

Bezig met zoeken naar draadloze netwerken in de buurt: De draadloze adapter zoekt naar beschikbare draadloze netwerken. Het pictogram is wit en geanimeerd.

netwerk niet gevonden

Geen draadloze netwerken gevonden: Er zijn geen draadloze netwerken beschikbaar. Intel PROSet/Wireless scant periodiek op beschikbare netwerken. Als u direct wilt scannen op beschikbare netwerken, dubbelklikt u op het pictogram om Intel PROSet/Wireless te starten en vervolgens klikt u op Vernieuwen. Het pictogram is rood.

netwerken gevonden

Draadloos netwerk gevonden: Er is een beschikbaar draadloos netwerk gevonden. Dubbelklik op het pictogram om de lijst van draadloze netwerken weer te geven. Selecteer het netwerk. Klik op Verbinden. Het pictogram is geel.

fout bij verificatie

Verificatie mislukt:Er is een fout opgetreden bij de verificatie. Het pictogram is groen met een gele gevarendriehoek.

verbinding maken met draadloos netwerk

Verbinding maken met een draadloos netwerk: Knippert totdat een IP-adres is verkregen of zich een fout voordoet.

verbonden met draadloos netwerk

Verbonden met een draadloos netwerk: Verbonden met een draadloos netwerk. In een tooltip worden de netwerknaam, de snelheid, de signaalkwaliteit en het IP-adres weergegeven. Het pictogram is groen met golven die de signaalkwaliteit aangeven. Hoe meer golven, hoe beter de signaalkwaliteit.


Tooltips en waarschuwingen

De tooltips en bureaubladwaarschuwingen zorgen voor feedback en interactie. Om de tooltips weer te geven, beweegt u de muiswijzer over het pictogram. Waarschuwingen worden weergegeven wanneer de status van het draadloze netwerk wijzigt. Bijvoorbeeld: als u buiten het bereik van een van de draadloze netwerken bent en vervolgens in het bereik komt, wordt een waarschuwing weergegeven.

Selecteer Informatieve meldingen weergeven in de Toepassingsinstellingen om de weergave van waarschuwingen in te schakelen.

Tooltips

De tooltips worden weergegeven wanneer de muiswijzer over het pictogram beweegt. Met de tooltips wordt informatie over de status van de verbinding weergegeven.

tooltips

Bureaubladwaarschuwingen

Als interventie van de gebruiker nodig is, wordt een waarschuwing weergegeven. Als u op de waarschuwing klikt, wordt een passende actie uitgevoerd. Als bijvoorbeeld draadloze netwerken worden gedetecteerd, wordt de volgende waarschuwing weergegeven:

bureaubladwaarschuwing

Actie: Klik op de waarschuwing om de verbinding met het netwerk in de lijst Draadloze netwerken tot stand te brengen.

Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, wordt in de waarschuwing het draadloze netwerk waarmee u bent verbonden, de snelheid van de verbinding, de signaalkwaliteit en het IP-adres weergegeven.

waarschuwing voor verbinding

Waarschuwingen worden ook gebruikt om te wijzen op een probleem met een verbinding. Klik op de waarschuwing om de Intel Wireless Troubleshooter te openen.

probleem met verbinding


Hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless

In het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless kunt u het volgende doen:

verbinding maken

Pictogrammen voor verbindingsstatus

De pictogrammen voor de verbindingsstatus geven de status van de huidige verbinding van de draadloze adapter aan. Deze pictogrammen worden weergegeven in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless. De verbindingsstatus wordt ook aangegeven met het taakbalkpictogram. Zie Taakbalkpictogrammen voor meer informatie.

Beschrijving van de pictogrammen voor de verbindingsstatus

De pictogrammen worden gebruikt om de verbindingsstatus aan te geven.

Pictogram

Beschrijving

draadloze communicatie uit

Draadloze communicatie uit: De radio wordt niet gekoppeld aan een netwerk. Klik op de knop Draadloze communicatie aan om de radio in te schakelen.

probleem met verbinding

Probleem met verbinding: Geeft verbindingsproblemen, zoals mislukte verificaties, aan.

bezig met zoeken

Bezig met zoeken naar draadloze netwerken in de buurt: De draadloze adapter scant naar beschikbare draadloze netwerken.

Geanimeerde pictogrammen:

zoekpictogrammen

draadloze netwerken niet beschikbaar

Geen draadloze netwerken gevonden: De adapter heeft geen beschikbare draadloze netwerken gevonden.

draadloze netwerken gevonden

Draadloos netwerk gevonden: Er is een beschikbaar draadloos netwerk gevonden. U kunt een verbinding tot stand brengen met de beschikbare netwerken die worden vermeld in de lijst Draadloze netwerken.

verbinding maken

Verbinding maken met een draadloos netwerk: De verbinding met een draadloos netwerk wordt tot stand gebracht. De halvemaanvormige bogen gaan van groen naar wit totdat een IP-adres is verkregen of een verbindingsfout optreedt.

verbonden met draadloos netwerk

Verbonden met een draadloos netwerk: De verbinding met een draadloos netwerk is tot stand gebracht. Met de netwerknaam, de snelheid, de signaalkwaliteit en het IP-adres wordt de status van de huidige verbinding aangegeven. Klik op de knop Details om gedetailleerde informatie over de netwerkverbinding weer te geven.

Netwerknaam

Naam (profielnaam of SSID): De naam van het netwerk waarmee de adapter is verbonden. De kolom Naam bevat de SSID of de profielnaam als een profiel voor het netwerk beschikbaar is.

Signaalsterkte
signaalkwaliteit

Het pictogram voor de signaalsterkte geeft de kwaliteit van het signaal aan bij het verzenden en ontvangen van pakketten tussen de draadloze adapter en het dichtstbijzijnde toegangspunt (of een andere computer in de ad-hocmodus). Het aantal verticale groene staven geeft de kwaliteit aan.

Opmerking:De signaalsterkte wordt weergegeven voor het dichtstbijzijnde toegangspunt in netwerken met meerdere toegangspunten.

Waarden voor de signaalsterkte kunnen uiteenlopen van Uitstekend tot Buiten bereik. De volgende factoren hebben invloed op de signaalsterkte:

  • Naarmate de afstand toeneemt, neemt de signaalkwaliteit af. Daarnaast kan de kwaliteit van het signaal worden beïnvloed door metalen voorwerpen en betonnen muren.
  • Metalen objecten kunnen signalen reflecteren en interferentie veroorzaken.
  • Andere elektrische apparaten kunnen voor interferentie zorgen.

Eigenschappen

Hiermee kunt u informatie over de verbindingsstatus van de adapter opvragen. Zie Netwerkeigenschappen voor meer informatie.

Draadloze communicatie aan (uit)

Hiermee schakelt u de radio in en uit. Zie Draadloze communicatie in- of uitschakelen voor meer informatie.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.

Sluiten

Hiermee sluit u het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.


Lijst van draadloze netwerken

In de lijst Draadloze netwerken worden alle draadloze netwerken vermeld die binnen het bereik van de adapter zijn.

Naam

Beschrijving

Draadloze netwerken ( )

Het getal tussen haakjes is het aantal draadloze netwerken dat binnen het bereik van de draadloze netwerkadapter is gedetecteerd.

signaalsterkte

De signaalsterkte van het draadloze toegangspunt of de computer (apparaat naar apparaat [ad-hoc] modus). De staven van het pictogram voor de signaalsterkte geven aan dat verbinding met het draadloze netwerk of de computer mogelijk is, maar dat de adapter nog niet is gekoppeld aan een toegangspunt of een andere computer (apparaat naar apparaat [ad-hoc] modus).

Netwerknaam

Naam (profielnaam of SSID): De naam van het netwerk waarmee de adapter is verbonden. De kolom Naam bevat de SSID of de profielnaam als een profiel voor het netwerk beschikbaar is.

Als een toegangspunt de netwerknaam (SSID) niet uitzendt of als de draadloze adapter de verborgen netwerknaam van een verborgen toegangspunt detecteert, wordt in de lijst met draadloze netwerken <SSID niet uitgezonden> weergegeven. Om een koppeling tot stand te brengen met een netwerk waarvoor <SSID niet uitgezonden> wordt vermeld, moet een nieuw profiel worden gemaakt voordat de verbinding tot stand wordt gebracht. Wanneer de verbinding is gemaakt, wordt in de lijst van draadloze netwerken samen met de profielnaam/SSID nog steeds <SSID niet uitgezonden> weergegeven. Het gekoppelde SSID-profiel wordt weergegeven in de profiellijst.

Status

Hiermee wordt aangegeven dat de adapter bezig is verbinding te maken met het draadloze netwerk. Wanneer de verbinding is gemaakt, wijzigt de status in Verbonden.

profiel beschikbaar

Profielen:Hiermee wordt een netwerk in de lijst van draadloze netwerken geïdentificeerd als de verbinding is gemaakt en een profiel voor het netwerk voorkomt in de profiellijst.

infrastructuur

Het draadloze netwerk gebruikt de infrastructuurmodus.

ad hoc

Het draadloze netwerk gebruikt de ad-hocmodus.

beveiliging

Voor het draadloze netwerk wordt codering gebruikt voor de beveiliging.

bandfrequentie

De bandfrequentie die wordt gebruikt in het draadloze netwerk (802.11a, 802.11b, 802.11g of 802.11n).

uitgesloten/handmatig

Het draadloze netwerk staat in de lijst van uitsluitingen of het profiel is geconfigureerd voor handmatige verbinding.

Verbinden (Verbinding verbreken)

Klik hier om verbinding te maken met een draadloos netwerk. Wanneer de verbinding is gemaakt, wijzigt de tekst op de knop in Verbinding verbreken.

Eigenschappen

Hiermee kunt u gedetailleerde informatie over het verbonden netwerk en de toegangspunten weergeven. Zie Netwerkeigenschappen voor meer informatie.

Vernieuwen

Hiermee kunt u de lijst van beschikbare netwerken vernieuwen Als er nieuwe netwerken binnen het bereik van de adapter zijn gekomen, wordt de lijst bijgewerkt met de nieuwe netwerknamen.

Draadloze communicatie aan (uit)

Hiermee schakelt u de radio in en uit. Zie Draadloze communicatie in- of uitschakelen voor meer informatie.

Sluiten

Hiermee sluit u het hoofdvenster van Intel(R) PROSet/Wireless.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Netwerkeigenschappen

Klik op de knop Eigenschappen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless om de beveiligingsinstellingen voor de draadloze adapter weer te geven. U kunt ook profielen toevoegen die niet mogen worden gebruikt voor het automatisch tot stand brengen van een verbinding. Als de uitsluiting van netwerken is ingeschakeld (zie Toepassingsinstellingen), wordt in de netwerkeigenschappen ook aangegeven of een netwerk is uitgesloten van automatische verbinding.

Beschrijving van de netwerkeigenschappen

Naam Beschrijving

Netwerknaam

Hier wordt de naam van het draadloze netwerk weergegeven.

Band

De bandbreedte en frequentie die momenteel worden gebruikt. Als de bandbreedte en frequentie niet worden weergegeven, wordt de waarde Buiten bereik weergegeven.

De volgende banden zijn mogelijk:

  • 802.11a
  • 802.11b
  • 802,11g
  • 802.11n

Uitvoermodus

Hier wordt de huidige uitvoermodus weergegeven:

  • Netwerk (Infrastructuur)

Een draadloos netwerk dat rond een toegangspunt wordt gebouwd. In een dergelijke omgeving zorgt het toegangspunt niet alleen voor communicatie met het bekabelde netwerk, maar ook voor het beheer van het verkeer op het draadloze netwerk in de onmiddellijke omgeving.

  • Ad hoc (apparaat naar apparaat)

Een netwerkconfiguratie waarin elke computer dezelfde mogelijkheden heeft en elke computer een communicatiesessie kan starten. Wordt ook wel een peer-to-peer-netwerk genoemd.

Verificatieniveau

Hier wordt de verificatiemodus van het gebruikte profiel weergegeven.

De volgende niveaus van netwerkverificatie zijn mogelijk:

  • Openen
  • Gedeeld
  • WPA*-Enterprise
  • WPA2*-Enterprise
  • WPA - Personal
  • WPA2 - Personal

Dit is de 802.11-verificatie die wordt gebruikt in het huidige netwerk. Zie Beveiligingsinstellingen voor meer informatie.

Gegevenscodering

De volgende opties voor de gegevenscodering zijn mogelijk:

  • Geen
  • WEP
  • TKIP
  • CKIP
  • AES - CCMP

Zie Beveiligingsinstellingen voor meer informatie.

Toegangspunten in dit netwerk <0-50>

  • Signaalsterkte: Het pictogram Signaalsterkte geeft de sterkte van het signaal aan bij het verzenden en ontvangen van pakketten tussen de draadloze adapter en het dichtstbijzijnde toegangspunt.
  • Selecteer een van de volgende opties: banden. De band die wordt gebruikt: 802.11a, 802.11b, 802.11g of 802.11n.
  • Kanaal: Hier wordt aangegeven welk kanaal binnen een bepaald draadloos netwerk wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens.
  • BSSID (Infrastructuurmodus): Hier ziet u het twaalfcijferige MAC-adres van het toegangspunt in het geselecteerde netwerk.

Uitsluitingen beheren

Zie Uitsluitingen beheren voor meer informatie.

Sluiten

Hiermee sluit u de netwerkeigenschappen.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Verbindingsdetails

Wanneer u verbinding hebt met een netwerk, kunt u op de knop Details in het hoofdvenster van Intel(R) PROSet/Wireless klikken om de details van de netwerkverbinding weer te geven.

details van de verbinding

Beschrijving van Verbindingsdetails

Naam Beschrijving

Profielnaam

Naam van het profiel.

Netwerknaam

De naam van het netwerk (SSID) waarmee verbinding is gemaakt.

IP-adres

IPv4-adres: IP-adres (Internet Protocol) voor de huidige verbinding.

IPv6-adres: De nieuwe generatie IP-adressen is compatibel met IPv4 en is bedoeld om beveiligingsproblemen in IPv4 te verhelpen. In IPv6 is de adresruimte vergroot van 32 naar 128 bits, zodat een ongelimiteerd aantal netwerken en systemen van adressen kan worden voorzien. Tevens wordt ondersteuning geboden voor QoS-parameters (Quality of Service) voor real-time audio en video.

Signaalkwaliteit

Voor de beoordeling van een RF-signaal (Radiofrequentie) zijn er twee criteria:

  • signaalsterkte (kwantiteit)
  • signaalkwaliteit

De kwaliteit van het signaal wordt bepaald door een combinatie van factoren. De kwaliteit is in hoofdzaak afhankelijk van de signaalsterkte en de aanwezigheid van RF-ruis. RF-ruis treedt op in de natuur en wordt opgewekt door elektrische apparaten. Als de hoeveelheid RF-ruis hoog is of de sterkte van het signaal laag is, zal de kwaliteit van het signaal achteruitgaan. Met een lagere signaalkwaliteit is het moeilijker voor de radio-ontvanger om de gegevens in het signaal te onderscheiden van de ruis.

Signaalsterkte

signaalsterkte

Het pictogram voor de signaalsterkte geeft de kwaliteit van het signaal aan bij het verzenden en ontvangen van pakketten tussen de draadloze adapter en het toegangspunt of de computer in de ad-hocmodus. Het aantal verticale groene staven geeft de kwaliteit aan.

Opmerking:De signaalsterkte wordt weergegeven voor het dichtstbijzijnde toegangspunt in netwerken met meerdere toegangspunten.

Waarden voor de signaalsterkte kunnen uiteenlopen van Uitstekend tot Buiten bereik. De volgende factoren hebben invloed op de signaalsterkte:

  • Naarmate de afstand toeneemt, neemt de signaalkwaliteit af. Daarnaast kan de kwaliteit van het signaal worden beïnvloed door metalen voorwerpen en betonnen muren.
  • Metalen objecten kunnen signalen reflecteren en interferentie veroorzaken.
  • Andere elektrische apparaten kunnen voor interferentie zorgen.

MAC-adres van adapter

Het MAC-adres (Media Access Control) van de draadloze adapter.

Band

Geeft aan welke band wordt gebruikt voor de huidige draadloze verbinding.

  • 802.11a
  • 802.11b
  • 802,11g
  • 802.11n

Ondersteunde gegevenssnelheden

Snelheden waarmee de draadloze adapter gegevens kan versturen en ontvangen. Toont de snelheid in Mbps bij de gebruikte frequentie.

  • 802,11g: 1, 2, 5,5, 6, 9, 11, 12, 18, 24, 36, 48 en 54
  • 802.11b: 1, 2, 5,5 en 11
  • 802.11a: 6, 9, 12, 18, 24, 36, 48 en 54
  • 802.11n: 300, 270, 243, 240, 180, 150, 144, 135, 130, 120, 117, 115.5, 90, 86.667, 72.2, 65, 60, 57.8, 45, 43.3, 30, 28.9, 21.7, 15, 14.4, 7.2

Radiofrequentie

Geeft aan welke frequentie wordt gebruikt voor de huidige draadloze verbinding.

  • 802.11a: 5,15 GHz tot 5,85 GHz
  • 802.11b/g: 2,400 tot 2,4835 GHz (verschillend per land)
  • 802.11n: 2,400 GHz tot 5,00 GHz

Kanaalnummer

Hier wordt het kanaal weergegeven dat wordt gebruikt voor transmissie en ontvangst.

Netwerkverificatie

Mogelijke waarden zijn Open, Gedeeld, WPA-Personal, WPA2-Personal, WPA-Enterprise en WPA2-Enterprise. Dit is de 802.11-verificatie die is ingesteld in het huidige profiel. Zie Beveiliging - Overzicht voor meer informatie.

Gegevenscodering

Mogelijke waarden zijn Geen, WEP, TKIP en AES-CCMP. Zie Beveiliging - Overzicht voor meer informatie.

802.1X-verificatietype

Mogelijke waarden zijn Geen, EAP-SIM, TLS, TTLS, PEAP, LEAP en EAP-FAST. Zie Beveiliging - Overzicht voor meer informatie.

802.1X-verificatieprotocol

Mogelijke waarden zijn Geen, PAP, GTC, CHAP, MS-CHAP, MS-CHAP-V2 of TLS. Zie Beveiliging - Overzicht voor meer informatie.

CCX-versie

Versie van de Cisco Compatible Extensions voor deze draadloze verbinding.

Huidige verzendenergie

Niveaus verzendenergie voor Cisco Compatible Extensions.

Ondersteunde energieniveaus

1,0, 5,0, 20,0, 31,6, 50,1 mW

MAC-adres van toegangspunt

Het MAC-adres (Media Access Control) van het toegangspunt waarmee verbinding is gemaakt.

Verplicht toegangspunt

Hier wordt "Geen" weergegeven als de optie niet is ingeschakeld. Als Verplicht toegangspunt is ingeschakeld, wordt het MAC-adres van het toegangspunt weergegeven. Met deze optie zorgt u ervoor dat de draadloze adapter een verbinding maakt met een toegangspunt met een specifiek MAC-adres (48-bits hexadecimaal getal van 12 tekens, bijvoorbeeld 00:06:25:0E:9D:84).

Repareren

Hiermee wordt een nieuw IP-adres aangevraagd. Als u problemen ondervindt met de toegang tot het netwerk, controleert u of het IP-adres geldig is. Als het 0.0.0.0 of 169.x.x.x is, is het adres waarschijnlijk niet geldig. Als in uw netwerk de IP-adressen automatisch worden toegewezen, kunt u op Repareren klikken om een nieuw IP-adres aan te vragen.

Sluiten

Hiermee sluit u de pagina.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Profielbeheer

Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Verbinden voor een draadloos netwerk. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt een profiel in de profiellijst gemaakt. In de profiellijst worden de huidige gebruikersprofielen weergegeven in de volgorde waarin ze worden toegepast. Gebruik de pijlen omhoog en omlaag om de volgorde voor de automatische toepassing van de profielen te wijzigen.

Vanuit de profiellijst kunt u profielen toevoegen, bewerken en verwijderen. Klik op Profielen in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.

Voor elk draadloos netwerk kan een profiel worden geconfigureerd. De profielinstellingen zijn de netwerknaam (SSID), de uitvoermodus en de beveiligingsinstellingen. Zie Profielbeheer voor meer informatie.

Pictogrammen in de profiellijst

Naam

Beschrijving

Profielnaam

Profielen zijn netwerkinstellingen waarmee de draadloze adapter verbinding kan maken met een netwerktoegangspunt (infrastructuurmodus) of direct met een andere computer (ad-hocmodus), zonder een toegangspunt te gebruiken. Zie Profielbeheer voor meer informatie.

Netwerknaam

Naam (profielnaam of SSID): De naam van het netwerk waarmee de adapter is verbonden. De kolom Naam bevat de SSID of de profielnaam als een profiel voor het netwerk beschikbaar is.

Verbindingspictogrammen: De verbindingspictogrammen geven aan wat de status is van de verbinding van de adapter met een draadloos netwerk, welke uitvoermodus wordt gebruikt en of het netwerk is beveiligd.

blauwe cirkel

Blauwe cirkel: De draadloze adapter is gekoppeld aan een toegangspunt of computer (ad-hocmodus). Als de 802.1x-beveiliging in een profiel is ingeschakeld, wordt hiermee aangegeven dat de adapter is gekoppeld en geverifieerd.

infrastructuur

Hiermee wordt de infrastructuurmodus aangegeven.

ad hoc

Hiermee wordt de ad-hocmodus (apparaat naar apparaat) aangegeven.

beveiliging

Voor het draadloze netwerk wordt codering gebruikt voor de beveiliging.

Pijlen

pijlen

Met de pijlen kunt u profielen in de gewenste volgorde voor automatische verbinding plaatsen.

  • Pijl omhoog: Het geselecteerde profiel één positie hoger in de lijst met profielen plaatsen.
  • Pijl omlaag: Het geselecteerde profiel één positie lager in de lijst met profielen plaatsen.

Verbinden

Als een netwerk binnen het bereik van de adapter is en er een profiel is dat overeenkomt met de netwerkconfiguratie, wordt met deze knop verbinding gemaakt.

Toevoegen

Hiermee worden de Algemene instellingen van Profielbeheer geopend, zodat u een nieuw profiel kunt maken. Zie Een nieuw profiel maken voor meer informatie.

Verwijderen

Hiermee kunt u een geselecteerd profiel verwijderen uit de profiellijst. Zie Een profiel verwijderen voor meer informatie.

Eigenschappen

Hiermee kunt u de inhoud van een bestaand profiel bewerken. Zie Een bestaand profiel bewerken voor meer informatie.

exporteren/importeren

Exporteren of Importeren: Met deze functie kunt u gebruikersprofielen importeren in en exporteren uit de profiellijst. Profielen voor draadloze verbindingen kunt u automatisch importeren in de profiellijst. Zie Profielen exporteren of importeren voor meer informatie.

Sluiten

Hiermee sluit u het venster voor profielbeheer.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Menu's

Met de opties in de menu's Bestand, Extra, Geavanceerd, Profielen en Help kunt u de netwerkinstellingen configureren.

Naam

Beschrijving

Bestand

Afsluiten: Hiermee sluit u het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.

Extra

Toepassingsinstellingen: Hiermee kunt u op systeemniveau voorkeuren voor verbindingen instellen. Zie Toepassingsinstellingen voor meer informatie.

Intel Wireless Troubleshooter:Hiermee kunt u problemen met verbindingen met draadloze netwerken oplossen. Zie Intel Wireless Troubleshooter voor meer informatie.

Handmatige diagnose: Met het hulpprogramma Handmatige diagnose kunt u een aantal diagnostische tests uitvoeren om de functionaliteit van de draadloze adapter te verifiëren. Zie Handmatige diagnose voor meer informatie.

Hulpprogramma voor beheerders: Dit hulpprogramma kan worden gebruikt door beheerders of de persoon die beheerderrechten heeft op deze computer om gedeelde profielen te configureren (verbinding vóór aanmelding/gemeenschappelijk, continue verbinding en VoIP). Het hulpprogramma voor beheerders kan ook door een IT-afdeling worden gebruikt om instellingen te configureren in de software van Intel(R) PROSet/Wireless, waarna aangepaste installatiepakketten kunnen worden geëxporteerd naar andere systemen. Zie Hulpprogramma voor beheerders voor meer informatie.

Opmerking: Het Hulpprogramma voor beheerders is alleen beschikbaar als een aangepaste installatie van de software van Intel PROSet/Wireless is uitgevoerd en het hulpprogramma daarbij is geselecteerd. Zie De software installeren of verwijderen voor meer informatie.

Geavanceerd

Adapterinstellingen: Hiermee worden adapterinstellingen weergegeven die overeenkomen met de opties die beschikbaar zijn op het tabblad Geavanceerd van Microsoft Windows. Zie Adapterinstellingen voor meer informatie.

U krijgt als volgt toegang tot de adapterinstellingen vanuit Microsoft Windows:

  • Selecteer Netwerkverbindingen in het Configuratiescherm van Windows.
  • Klik met de rechtermuisknop op de draadloze netwerkverbinding.
  • Selecteer Eigenschappen in het menu.
  • Klik op Configureren om de geavanceerde instellingen voor de adapter weer te geven.

Geavanceerde statistieken: Selecteer deze optie om gedetailleerde informatie weer te geven over de draadloze adapter en verbinding. Zie Geavanceerde statistieken voor meer informatie.

Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi: Hiermee schakelt u Microsoft Windows XP in voor het beheer van de draadloze verbindingen. Zie Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration voor meer informatie.

Profielen

Profielen beheren: Selecteer deze optie om profielen te maken of te bewerken.

Uitsluitingen beheren: Selecteer deze optie om netwerken uit te sluiten van automatische verbinding. Zie Uitsluitingen beheren voor meer informatie.

Help

Help bij Intel PROSet/Wireless: Hiermee opent u de online Help.

Info: Hiermee wordt informatie weergegeven over het versienummer van de geïnstalleerde toepassingscomponenten.


Toepassingsinstellingen (menu Extra)

toepassingsinstellingen

De toepassingsinstellingen bepalen het gedrag van de software van Intel(R) PROSet/Wireless.

Beschrijving Toepassingsinstellingen

Naam Beschrijving

Adapter

Een lijst van de netwerkadapters die beschikbaar zijn. Dit kan een Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN, Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AG_, Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding, Intel(R) PRO/Wireless 2915ABG Netwerkverbinding of Intel(R) PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding zijn.

Geavanceerde instellingen:De volgende instellingen bepalen hoe Intel PROSet/Wireless zich gedraagt en informatie weergeeft.

Taakbalk

Toepassingspictogram weergeven op de taakbalk: Selecteer deze optie om een statuspictogram weer te geven. Dit pictogram wordt weergegeven op de taakbalk van Windows (het gebied waar meldingen worden weergegeven). Het pictogram geeft informatie over de status van de draadloze verbinding. Schakel deze optie uit om geen statuspictogram weer te geven.

Het statuspictogram op de taakbalk voorziet in verschillende functies:

  • Visuele feedback over de status van de verbinding en de draadloze activiteiten binnen het draadloze netwerk. Voor elk soort draadloze activiteit krijgt het pictogram een andere kleur of animatie. Zie Taakbalkpictogrammen voor meer informatie.
  • Menu: Wanneer u met de rechtermuisknop op het pictogram klikt, wordt een menu weergegeven. Via dit menu kunt u verschillende taken uitvoeren. Bijvoorbeeld: de radio in- of uitschakelen of de toepassing Intel PROSet/Wireless starten. Zie Opties in het taakbalkmenu voor meer informatie.
  • Tooltips en waarschuwingen. Zie Tooltips en waarschuwingen voor meer informatie.

Meldingen

Waarschuwingsberichten weergeven: Selecteer deze optie om waarschuwingen weer te geven bij het pictogram op de taakbalk. Als interventie van de gebruiker nodig is, wordt een bericht weergegeven. Alleen voor belangrijke gebeurtenissen worden waarschuwingen weergegeven. Als de waarschuwing wordt geselecteerd, wordt de juiste actie ondernomen. Als u deze optie uitschakelt, worden geen waarschuwingen weergegeven. Zie Tooltips en waarschuwingen voor meer informatie.

Selecteer een van de volgende opties:

Informatieve meldingen: Deze waarschuwingen geven minder belangrijke informatie. Er is geen actie vereist, maar de informatie kan helpen om het werken met het draadloze netwerk te verbeteren.

  • Informatieve meldingen weergeven: Dit selectievakje is standaard ingeschakeld. Alle informatieve meldingen worden weergegeven bij het pictogram op de taakbalk. Via de meldingen wordt u meegedeeld wanneer er beschikbare netwerken binnen het bereik van uw draadloze adapter zijn. Tevens ontvangt u meldingen over het tot stand brengen en verliezen van draadloze verbindingen. Zie Tooltips en waarschuwingen voor meer informatie.
  • Een lijst van beschikbare netwerken weergeven als er geen verbinding is: Wanneer de optie Informatieve meldingen weergeven is uitgeschakeld, kunt u dit item selecteren. Met deze optie wordt u, ook al worden geen informatieve meldingen weergegeven, wel gewaarschuwd wanneer er beschikbare netwerken zijn terwijl de draadloze adapter geen verbinding heeft.

Waarschuwen als een andere toepassing de draadloze adapter gebruikt: Als deze optie is geselecteerd, wordt een bericht weergegeven wanneer een andere toepassing probeert het beheer van de draadloze adapter over te nemen. Dit is met name handig als u software gebruikt die is geleverd via een hotspot (bijvoorbeeld in een koffieshop of op een vliegveld). Als u de voorzieningen van Intel PROSet/Wireless wilt gebruiken, moet u deze software uitschakelen wanneer u de locatie met de hotspot verlaat.

Melding van geweigerde TLS-certificaten inschakelen: Selecteer deze optie als u wilt worden gewaarschuwd wanneer een PEAP-TLS-certificaat wordt afgewezen door de verificatieserver. Zie Bedrijfsbeveiliging en Een client instellen voor TLS-netwerkverificatie voor meer informatie.

Automatisch verbinding maken

Alleen via profielen verbinding maken met een beschikbaar netwerk: (standaard) De draadloze adapter wordt alleen verbonden met een beschikbaar netwerk met behulp van een profiel uit de profiellijst. Als er geen bijpassend profiel wordt gevonden, wordt een melding weergegeven (zie Meldingen). Het draadloze apparaat blijft zonder verbinding totdat een bijpassend profiel wordt gevonden of totdat u een nieuw profiel configureert.

Verbinden met willekeurig beschikbaar netwerk als er geen bijpassend profiel wordt gevonden: Selecteer deze optie om automatisch verbinding te maken met een netwerk als u op een locatie bent met een open, onbeveiligd netwerk en u geen profiel hebt geconfigureerd. Opmerking: Open netwerken kennen geen beveiliging. U moet zelf zorgen voor de beveiliging van deze draadloze verbinding. Een manier om een open draadloze verbinding te beveiligen, is het gebruik van een Virtual Private Network (VPN).

Alleen op basis van profielen verbinden met willekeurig netwerk (Cisco-modus): Als u deze optie selecteert, wordt elk profiel geprobeerd in de opgegeven volgorde. Dit betekent dat u in de buurt bent van een toegangspunt dat meer dan één SSID heeft, maar er slechts één adverteert.

Uitsluitingen beheren

Lijst van automatische uitsluitingen inschakelen: Selecteer deze optie om de functie voor automatische uitsluitingen in te schakelen. Deze functie maakt het mogelijk om toegangspunten uit te sluiten van automatische verbindingen. Zie Uitsluitingen beheren voor meer informatie.

Lijst van handmatige uitsluitingen inschakelen: Selecteer deze optie om de functie voor handmatige uitsluitingen in te schakelen. Deze functie maakt het mogelijk om netwerken uit te sluiten van automatische verbindingen. Zie Uitsluitingen beheren voor meer informatie.

Lijst van draadloze netwerken

Kolomkoppen voor sorteren tonen: Selecteer deze optie om kolomnamen weer te geven in de lijst van draadloze netwerken. Klik op een kolomkop om de kolom te sorteren in oplopende of aflopende volgorde.

Melding over gedeelde mappen

Via bestands- en printerdeling kunnen andere computers in een netwerk toegang krijgen tot bronnen op uw computer. U dient voorzichtig te zijn als u de draadloze draagbare computer gebruikt terwijl bestands- en printerdeling ingeschakeld is.

U kunt deze voorziening gebruiken om in de volgende situaties een melding te ontvangen wanneer u verbinding maakt met een draadloos netwerk met gedeelde mappen:

  • De firewall van Microsoft Windows is uitgeschakeld.
  • Bestands- en printerdeling is ingesteld als een uitzondering voor de firewall van Microsoft Windows.

Delen van gedeelde mappen automatisch opheffen bij verbinding met een onbeveiligd netwerk
Selecteer deze optie om gedeelde mappen automatisch te verbergen wanneer u verbinding hebt gemaakt met een onbeveiligd netwerk.

Deze melding uitschakelen
Selecteer deze optie om instellingen voor gedeelde mappen intact te laten wanneer u verbinding maakt met een open, onbeveiligd netwerk.

Waarschuwen bij verbinding met een onbeveiligd netwerk
Selecteer deze optie om een melding te ontvangen wanneer u bent verbonden met een open, onbeveiligd netwerk.

Meldingen van ad-hocnetwerken

Afhankelijk van de volgende instellingen kunt u waarschuwingen ontvangen wanneer u verbonden bent met een ad-hocnetwerk. U wordt elke twee minuten gewaarschuwd met een maximum van vijf waarschuwingen.

Waarschuwen wanneer zich geen peers aanmelden bij het ad-hocnetwerk
Selecteer deze optie om een waarschuwing te ontvangen wanneer zich geen peers aanmelden bij het ad-hocnetwerk.

Waarschuwen wanneer alle peers het ad-hocnetwerk verlaten
Selecteer deze optie om een waarschuwing te ontvangen wanneer alle peers het ad-hocnetwerk verlaten.

SSID-meldingen

Waarschuwingsbericht netwerknaam (SSID)
U kunt worden gewaarschuwd wanneer de standaard netwerknaam (SSID) wordt gebruikt om verbinding te maken met een netwerk. Veel voorkomende voorbeelden van voorgedefinieerde standaard netwerknamen zijn: wireless, WLAN, linksys, standaard.

Verbinding maken met een toegangspunt waarop een standaard-SSID is ingesteld, kan leiden tot problemen met de beveiliging. Op een dergelijk toegangspunt worden vaak alle standaardinstellingen voor de beveiliging en het beheer (zoals open verificatie, standaard IP-adres, gebruikersnaam en wachtwoord) gebruikt. Als dit een persoonlijk netwerk is, wijzigt u de netwerknaam en de beveiligingsinstellingen om de beveiliging van het netwerk te verbeteren.

Waarschuwen als verbinding wordt gemaakt met een netwerk met een standaard-SSID-naam
Selecteer deze optie om te worden gewaarschuwd wanneer u verbonden bent met een netwerk met een standaard netwerknaam.

Wi-Fi Protected Setup

Apparaatregistratie inschakelen
Schakel deze optie in om de computer te laten optreden als een externe registratieserver. In dit geval kan de computer een niet-geconfigureerd toegangspunt instellen of zich aanmelden bij een geconfigureerd toegangspunt. Nadat het toegangspunt is geconfigureerd, kan de computer, als externe registratieserver, nieuwe computers (inschrijvers) toevoegen aan het netwerk. Deze instelling is standaard uitgeschakeld.

Schakel Apparaatregistratie inschakelen uit om de computer als inschrijver een netwerk te laten detecteren en er verbinding mee te maken.

Waarschuwen als toegangspunten met Wi-Fi Protected Setup zich in het bereik van de computer bevinden
Schakel deze optie in als u wilt weten wanneer een toegangspunt met Wi-Fi Protected Setup zich in het bereik van de computer bevindt. Dit is nodig als u deze computer wilt inschrijven bij (verbinden met) het toegangspunt. Deze instelling is standaard ingeschakeld.

OK

Hiermee slaat u de instellingen op en keert u terug naar de vorige pagina.

Annuleren

Hiermee sluit u het venster en annuleert u alle wijzigingen.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Intel Wireless Troubleshooter (menu Extra)

troubleshooter

Intel Wireless Troubleshooter is een toepassing die u kan helpen bij het oplossen van problemen met draadloze netwerkverbindingen. Wanneer een probleem met een verbinding wordt gedetecteerd, verschijnt in de rechterbenedenhoek van het scherm een waarschuwing. Als u op de waarschuwing klikt, wordt met een diagnostisch bericht aangegeven welke stappen worden aangeraden voor het verhelpen van het probleem met de verbinding. Als zich, bijvoorbeeld, een probleem voordoet vanwege een ongeldig wachtwoord, wordt Profielbeheer gestart wanneer u op de weergegeven hyperlink klikt. Vanaf deze pagina kunt u ook de Wireless Event Viewer starten en de weergave van waarschuwingen in- en uitschakelen. Intel Wireless Troubleshooter wordt ondersteund in Windows XP en Windows 2000.

Intel Wireless Troubleshooter bestaat uit twee deelvensters. Gebruik uw linkermuisknop in het linkerdeelvenster om een lijst met beschikbare hulpmiddelen weer te geven. In het rechtervenster wordt informatie over het huidige verbindingsprobleem weergegeven in een sectie. Elke sectie heeft twee gedeelten: het foutbericht en de aanbevolen actie. In het gedeelte met de aanbevolen actie vindt u omschrijvingen van beschikbare hulpmiddelen en informatie over het verhelpen van het verbindingsprobleem. Als u op een koppeling naar de Help klikt, wordt die Helptekst weergegeven in een apart venster. Als u op de koppeling voor de probleemoplossing klikt, wordt een programma gestart om het probleem te verhelpen.

Zie Problemen oplossen voor meer informatie over het oplossen van fouten.

Naam

Beschrijving

Menuopties

Bestand

Wireless Event Viewer: Hiermee wordt de Wireless Event Viewer gestart.

Meldingen uitschakelen/Meldingen inschakelen:Selecteer deze optie om de weergave van waarschuwingen uit of in te schakelen.

Afsluiten: De Intel Wireless Troubleshooter afsluiten.

Weergeven

Hiermee worden de geschiedenisgegevens in het rechterdeelvenster van Intel Wireless Troubleshooter weergegeven of verwijderd.

Extra

Handmatige diagnose: Hiermee kunt u een diagnostische test uitvoeren waarmee de functionaliteit van de draadloze adapter wordt geverifieerd. Zie Handmatige diagnose voor meer informatie.

Help

Help bij de Intel(R) Wireless Troubleshooter: Hiermee wordt online Help weergegeven voor Intel Wireless Troubleshooter.

Info: Hiermee wordt versie-informatie weergegeven voor de Intel Wireless Troubleshooter.

Beschikbare Help

Foutbericht voor datum en tijd:

  • Beschrijving van de fout.
  • Koppeling naar probleemoplossing (indien beschikbaar). Zie Fouten herstellen hieronder.
  • Koppeling naar aanbevolen stappen voor het oplossen van het probleem.

Geschiedenis

Hiermee kunt u een lijst van de vijf laatste waarschuwingen weergeven. De waarschuwingen worden vermeld in chronologische volgorde, met de meest recente waarschuwing bovenaan.

Handmatige diagnose (menu Extra)

Hiermee kunt u een diagnostische test uitvoeren waarmee de functionaliteit van de draadloze adapter wordt geverifieerd. Zie Handmatige diagnose voor meer informatie.

Hulpprogramma voor beheerders (menu Extra)

Dit hulpprogramma kan worden gebruikt door beheerders of degene die beheerderrechten heeft op deze computer. De beheerder kan hiermee bepalen hoeveel controle gebruikers van deze computer hebben over de draadloze verbindingen. Bovendien kunnen met dit hulpprogramma gemeenschappelijke (gedeelde) profielen worden geconfigureerd.

Gebruikers kunnen beheerderinstellingen en -profielen niet wijzigen, tenzij zij het wachtwoord voor dit hulpprogramma kennen. Er moet een wachtwoord worden gekozen dat veilig is en niet gemakkelijk kan worden geraden.

U kunt deze instellingen en profielen als één pakket exporteren naar andere computers in uw netwerk. Zie Hulpprogramma voor beheerders voor meer informatie.

Naam Beschrijving

Beheerpakketten

Beheerpakketten worden gebruikt om beheerderprofielen en andere instellingen op te slaan. In Windows XP en Windows 2000 kunt u deze zelfuitpakkende uitvoerbare bestanden naar clients in uw netwerk kopiëren of verzenden. Wanneer het uitvoerbare bestand wordt gestart, wordt de inhoud geïnstalleerd en geconfigureerd op de doelcomputer. In Windows Vista worden beheerpakketten geïmporteerd via Groepsbeleidbeheer. Zie Beheerpakketten.

Toepassingsinstellingen

Een beheerder kan bepalen hoeveel controle gebruikers hebben over de draadloze verbindingen. Zie Hulpprogramma voor beheerders - Toepassingsinstellingen.

Beheerderprofielen

Schakel profielen voor continue verbindingen en verbindingen vóór de aanmelding/gemeenschappelijke verbindingen in of uit en configureer instellingen voor Voice over IP (VoIP) op de computer. Zie Hulpprogramma voor beheerders - Profielen.

Opmerking: In Windows Vista worden alleen gemeenschappelijke profielen geïmporteerd via Groepsbeleidbeheer.

Adapterinstellingen

Een beheerder kan bepalen hoeveel controle gebruikers hebben over de draadloze verbindingen. Zie Hulpprogramma voor beheerders - Adapterinstellingen.

Software

Geef op welke softwarecomponenten van Intel PROSet/Wireless moeten worden geïnstalleerd op de computer van een gebruiker. Zie Hulpprogramma voor beheerders - Software.

EAP-FAST I-ID-groepen

Een beheerder kan selecteren welke Instantie-ID (I-ID) of RADIUS-server PAC's (Protected Access Credentials) levert voor profielen die EAP-FAST-verificatie gebruiken. I-ID-groepen worden door alle gebruikers van de computer gedeeld en staan toe dat EAP-FAST-profielen meerdere PAC's van meerdere I-ID's ondersteunen. Zie Hulpprogramma voor beheerders - EAP-FAST I-ID-groepen.

Wachtwoord wijzigen

U kunt het wachtwoord voor het Hulpprogramma voor beheerders wijzigen. Zie Wachtwoord wijzigen voor meer informatie.

Sluiten

Hiermee sluit u de pagina.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Adapterinstellingen (menu Geavanceerd)

adapterinstellingen

Via Adapterinstellingen vindt u de eigenschappen van de draadloze adapter die is geïnstalleerd in uw computer. Dit kan een van de volgende netwerkverbindingsadapters zijn:

Beschrijving van Adapterinstellingen

Naam Beschrijving

802.11n-kanaalbreedte

Stel de kanaalbreedte in voor de modus met hoge doorvoersnelheid om de prestaties te maximaliseren. Stel de kanaalbreedte in op Automatisch of 20 Mhz. Automatisch is de standaardinstelling. Gebruik 20 Mhz als 802.11n-kanalen zijn beperkt.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als de adapter een Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN of Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AG_ is.

802.11n-modus

De 802.11n-standaard, met MIMO (multiple-input multiple-output), is een uitbreiding van de vorige 802.11x-standaarden. De verbeterde doorvoer van gegevens met MIMO zorgt voor een snellere overdracht. Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld om de 802.11n-modus van de adapter in te stellen. Ingeschakeld is de standaardinstelling.

Een beheerder kan ondersteuning voor de modus met hoge doorvoersnelheid inschakelen of uitschakelen om het energieverbruik, conflicten met andere banden of compatibiliteitsproblemen te beperken.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als de adapter een Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN of Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AG_ is.

Ad-hockanaal

Tenzij de andere computers in het ad-hocnetwerk een ander kanaal gebruiken dan het standaardkanaal, hoeft u het kanaal niet te wijzigen.

Waarde: Selecteer een van de toegestane kanalen in de lijst.

  • 802.11b/g: Selecteer deze optie wanneer u 802.11b en 802.11g (2,4 GHz) wilt gebruiken als frequentie voor de ad-hocband.
  • 802.11a: Selecteer deze optie wanneer u 802.11a (5 GHz) wilt gebruiken als frequentie voor de ad-hocband.

Energiebeheer ad-hocverbindingen

Hier kunt u energiebesparende voorzieningen voor ad-hocnetwerken instellen.

  • Uitschakelen: Selecteer deze optie wanneer u verbinding maakt met ad-hocnetwerken met daarin stations die energiebeheer niet ondersteunen.
  • Maximale energiebesparing: Selecteer deze optie om de batterij te sparen.
  • Omgeving met ruis: Selecteer deze optie voor optimale prestaties of wanneer u verbinding maakt met meerdere clients.

Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar als de adapter een Intel PRO/Wireless 2915ABG Netwerkverbinding of een Intel PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding is.

Modus Ad hoc met QoS

QoS-besturing (Quality of Service) in ad-hocnetwerken. QoS voorziet in prioritering van het verkeer vanuit het toegangspunt over een draadloos LAN op basis van een classificatie van het verkeer. WMM (Wi-Fi MultiMedia) is de QoS-certificatie van de Wi-Fi Alliance. Als WMM ingeschakeld is, gebruikt de adapter WMM voor de ondersteuning van prioriteitcodering en wachtrijmogelijkheden voor Wi-Fi-netwerken.

  • WMM ingeschakeld (standaardinstelling)
  • WMM uitgeschakeld

Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar als de adapter een Intel PRO/Wireless 2915ABG Netwerkverbinding of een Intel PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding is.

Beveiliging van gemengde modus

Deze modus kunt u gebruiken om botsingen te voorkomen in een omgeving waarin een combinatie van 802.11b, 802.11g, 802.11a en 802.11n wordt gebruikt. RTS/CTS (Request to Send/Clear to Send) moet worden gebruikt in een omgeving waarin clients mogelijk niet met elkaar kunnen communiceren. CTS-naar-zelf kan worden gebruikt om de doorvoer te verbeteren in omgevingen waarin clients dicht bij elkaar zijn geïnstalleerd en met elkaar kunnen communiceren. (CTS-naar-zelf wordt niet ondersteund voor 802.11n).

Energiebeheer

Hiermee kunt u een evenwicht instellen tussen het energieverbruik en het prestatieniveau van de adapter. Met de schuifknop voor de energie-instellingen van de draadloze adapter kunt u een balans instellen tussen de energiebron van de computer en de batterij.

  • Standaardwaarde gebruiken: (standaardinstelling) Energie-instellingen zijn afhankelijk van de energiebron.
  • Handmatig: Verplaats de schuifregelaar naar de gewenste instelling. Gebruik de laagste instelling voor een maximale levensduur van de batterij. Gebruik de hoogste instelling voor maximale prestaties.

Opmerking: Hoeveel energie wordt bespaard, is afhankelijk van de instellingen van het infrastructuurnetwerk.

Modus preambule

Hier kunt u de instelling van de lengte van de preambule wijzigen. Deze instelling is door het toegangspunt ontvangen bij de eerste verbinding. Gebruik altijd de automatische preambule voor optimale netwerkdoorvoer. Met Auto. preambule bij verzenden wordt de lengte van de preambule automatisch gedetecteerd. Gebruik een korte preambule als deze wordt ondersteund. Is dat niet het geval, dan gebruikt u een lange preambule.

Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar als de adapter een Intel PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding is.

Voorkeursband

Selecteer de band. U kunt kiezen uit de volgende opties:

  • 802.11n
  • 802,11g
  • 802.11a
  • 802.11b

Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar als de adapter een Intel PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding of een Intel PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding is.

Agressiviteit bij zwerven

Met deze instelling kunt u opgeven hoe agressief de client moet zwerven om de verbinding met een toegangspunt te verbeteren.

  • Standaardwaarde: Balans tussen niet zwerven en prestaties.
  • Laagste: De draadloze client zwerft niet. Alleen bij een zeer significante verslechtering van de verbinding gaat de client zwerven naar een ander toegangspunt.
  • Hoogste: De draadloze client controleert de kwaliteit van de verbinding voortdurend. Zodra de kwaliteit afneemt, gaat de client op zoek naar een beter toegangspunt.

Verbetering van doorvoer

Hier kunt u de waarde voor Packet Burst Control wijzigen.

  • Inschakelen: Hiermee wordt verbetering van de doorvoer ingeschakeld.
  • Uitschakelen: (standaardinstelling) De verbetering van de doorvoer is uitgeschakeld.

Verzendenergie

Standaardinstelling: Hoogste energie-instelling

Laagste: minimale dekking. Hiermee gebruikt de adapter het minimale energieniveau bij het verzenden. Met deze instelling kunt u het aantal dekkingsgebieden uitbreiden of een dekkingsgebied inperken. Verminder het dekkingsgebied in omgevingen met veel verkeer om de algehele transmissiekwaliteit te verbeteren en opstoppingen en interferentie met andere apparaten te voorkomen.

Hoogste: maximale dekking. Hiermee gebruikt de adapter het maximale energieniveau bij het verzenden. Selecteer deze optie voor maximale prestaties en een maximaal bereik in omgevingen met een beperkt aantal andere radioapparaten.

Opmerking:De beste resultaten worden bereikt wanneer het vermogen voor de transmissie wordt ingesteld op het laagste niveau waarbij de kwaliteit van de communicatie nog voldoende is. Daarmee wordt het voor het grootste aantal draadloze apparaten mogelijk om te functioneren in drukke omgevingen en vermindert de interferentie met andere apparaten waarmee deze radio het radiospectrum deelt.

Opmerking: Deze instelling wordt gebruikt binnen zowel infrastructuurnetwerken als ad-hocnetwerken.

Draadloze modus

Selecteer de band die u wilt gebruiken voor de verbinding met een draadloos netwerk:

  • Alleen 802,11a: De draadloze adapter kan alleen worden verbonden met 802,11a-netwerken.
  • Alleen 802.11b: De draadloze adapter kan alleen worden verbonden met 802.11b-netwerken.
  • Alleen 802.11g: De draadloze adapter kan alleen worden verbonden met 802.11g-netwerken.
  • 802.11a en 802.11g: De draadloze adapter kan alleen worden verbonden met 802.11a- en 802.11g-netwerken.
  • 802.11b en 802.11g: De draadloze adapter kan alleen worden verbonden met 802.11b- en 802.11g-netwerken.
  • 802.11a, 802.11b en 802.11g:(standaard) Hiermee kan verbinding worden gemaakt met draadloze 802.11a-, 802.11b- en 802.11g-netwerken.

Opmerking: Met deze optie voor de draadloze modus (modulatietypen) wordt bepaald welke ontdekte toegangspunten worden weergegeven in de lijst van draadloze netwerken.

Opmerking: Deze instelling is niet van toepassing op Windows Vista Client.

OK

Hiermee slaat u de instellingen op en keert u terug naar de vorige pagina.

Annuleren

Hiermee sluit u het venster en annuleert u alle wijzigingen.


Geavanceerde statistieken (menu Geavanceerd)

De geavanceerde statistieken geven informatie over de huidige adapterverbinding.

Beschrijving Geavanceerde statistieken

Naam Beschrijving

Statistieken

Geavanceerde statistieken: Deze informatie heeft betrekking op de manier waarop de adapter communiceert met een toegangspunt.

Koppeling:Als de adapter een toegangspunt vindt om mee te communiceren, is de waarde In bereik. Is dat niet het geval, dan is de waarde Buiten bereik.

  • MAC-adres van TP: Het twaalfcijferige MAC-adres (00:40:96:31:1C:05) van het toegangspunt.
  • Aantal koppelingen: Het aantal keren dat het toegangspunt de adapter heeft gevonden.
  • Aantal TP's:Het aantal beschikbare toegangspunten dat binnen het bereik van de draadloze adapter valt.
  • Aantal volledige scans: Het aantal keren dat de adapter de kanalen heeft gescand om informatie te ontvangen.
  • Aantal gedeeltelijke scans: Het aantal scans dat is beëindigd.

Zwerven: Deze informatie bevat tellers die samenhangen met de redenen waarom de adapter zwerft. Er is sprake van zwerven wanneer een adapter eerst communiceert met het ene toegangspunt en dan met een ander toegangspunt, vanwege de betere signaalsterkte.

  • Aantal maal gezworven: Het aantal keren dat er sprake is geweest van zwerven.
  • TP heeft niet verzonden: De adapter heeft geen radiotransmissie ontvangen van het toegangspunt. Mogelijk dient u het toegangspunt opnieuw te starten.
  • Slechte kwaliteit baken: De signaalkwaliteit is ontoereikend om te blijven communiceren met het toegangspunt. U hebt de adapter buiten het bereik van het toegangspunt geplaatst of het apparaatadres van het toegangspunt is gewijzigd.
  • Taakverdeling TP: Het toegangspunt heeft het contact met de adapter verbroken omdat het toegangspunt niet meer in staat was de communicatie met alle aangesloten adapters te onderhouden. Er proberen te veel adapters te communiceren met hetzelfde toegangspunt.
  • RSSI van TP te laag: De RSSI (Relative Signal Strength Indicator) is te laag om de koppeling met de adapter in stand te houden. Mogelijk bevindt u zich buiten het bereik van het toegangspunt of is de gegevenssnelheid van het toegangspunt verhoogd.
  • Slechte kwaliteit kanaal: De kwaliteit van het kanaal is laag en heeft ervoor gezorgd dat de adapter op zoek is gegaan naar een ander toegangspunt.
  • TP heeft mobiele computer vrijgegeven: Het toegangspunt heeft een computer uit de lijst met herkenbare mobiele apparaten geschrapt. De computer dient opnieuw verbinding te maken met een toegangspunt.

Diverse: Deze informatie helpt u bepalen of een koppeling met een ander toegangspunt de prestaties zal verbeteren en voor een zo groot mogelijke gegevenssnelheid zal zorgen.

  • Ontvangen bakens: Het aantal bakens dat de adapter heeft ontvangen.
  • Percentage gemiste bakens: Procentuele waarde voor het aantal gemiste bakens.
  • Percentage verzendfouten: Het percentage van de gegevenstransmissies met fouten.
  • Signaalsterkte: Signaalsterkte van het toegangspunt waarmee de adapter communiceert, weergegeven in decibel (dBm).

Statistieken verzenden/ontvangen

Hier worden procentuele waarden weergegeven voor niet-gestuurde en gestuurde pakketten.

Totaalaantal hostpakketten: Het totaalaantal gestuurde en niet-gestuurde pakketten.

  • Verzenden - (Mbps)
  • Ontvangen - (Mbps)

Niet-gestuurde pakketten: Het aantal ontvangen pakketten dat naar het draadloze netwerk als geheel is gestuurd.

Gestuurde pakketten: Het aantal ontvangen pakketten dat specifiek naar de draadloze adapter is gestuurd.

Totaalaantal bytes: Het totaalaantal bytes van pakketten die de draadloze adapter heeft ontvangen en verzonden.

Logboekregistratie

Geef op hoe lang u de statistische gegevens voor de draadloze adapter wilt vastleggen.

Logboekregistratie configureren: Klik op Instellingen om op te geven hoe frequent u de statistische gegevens wilt loggen. U kunt het aantal seconden opgeven en opgeven hoeveel uren u de statistische gegevens wilt loggen.

Dient om de locatie voor de opslag van het logbestand te wijzigen.

  1. Klik op Bladeren om een nieuwe locatie op te geven voor het logbestand. Het huidige pad wordt weergegeven. De standaardlocatie is de programmamap van Intel PROSet/Wireless.
  2. Klik op Openen om de pagina te sluiten en het nieuwe pad toe te passen.
  3. Klik op Sluiten om de geavanceerde statistieken af te sluiten.

Opmerking: Een beheerder kan deze voorziening uitschakelen.

Reset van statistieken

Met deze knop kunt u de statistische tellers voor de adapter op nul instellen en beginnen met nieuwe metingen van gegevens.

Sluiten

Hiermee sluit u het venster en keert u terug naar het hoofdvenster.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi* (menu Geavanceerd)

Windows

Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration is een ingebouwd hulpprogramma voor de configuratie van draadloze apparaten. Deze voorziening kan in Intel PROSet/Wireless worden in- of uitgeschakeld. Klik op Windows gebruiken voor het beheer van Wi-Fi in het menu Geavanceerd of het taakbalkmenu. Wanneer Windows XP Wireless Zero Configuration wordt ingeschakeld, worden de voorzieningen van Intel PROSet/Wireless uitgeschakeld.


Beheer van lijst met uitsluitingen (menu Profielen)

U kunt de lijst van uitsluitingen beheren door de optie Uitsluitingen beheren te kiezen in het menu Profielen of door op de knop Eigenschappen in de lijst van draadloze netwerken te klikken.

Opmerking: Als een beheerder een netwerk heeft geselecteerd voor uitsluiting, kan het netwerk alleen uit de lijst met uitsluitingen worden verwijderd door een beheerder in het Hulpprogramma voor beheerders .

Belangrijk: U wordt niet automatisch verbonden met een netwerk of toegangspunt dat in deze lijst staat.

Gebruik Beheer van lijst met uitsluitingen om draadloze netwerken (SSID's) in hun geheel uit te sluiten.

Opmerking: Beheerders kunnen profielen uitsluiten in het Hulpprogramma voor beheerders. Zie Hulpprogramma voor beheerders.

Naam

Beschrijving

Beheer van lijst met uitsluitingen

  • Netwerknaam: Naam (SSID) van het draadloze netwerk.
  • Radio:Hier wordt de band weergegeven als zich een DHCP-fout heeft voorgedaan.
  • MAC-adres: Het MAC-adres van het apparaat.
  • Reden:Hier wordt aangegeven waarom dit item is uitgesloten van automatische verbinding.
  • Details:Hier wordt specifieke informatie weergegeven over de manier waarop het toegangspunt is uitgesloten en de manier waarop u de uitsluiting kunt opheffen.

Dit netwerk is om de volgende redenen uitgesloten van automatische verbindingen:

  • Gebruiker heeft dit netwerk handmatig uitgesloten.

Als u dit netwerk (of toegangspunt) weer beschikbaar wilt maken voor automatische verbinding, selecteert u het en klikt u op de knop Verwijderen.

Opmerking:

  • Met de knop Lijst herstellen worden alle vermeldingen uit de lijst verwijderd, behalve die voor bedrieglijke of door de beheerder uitgesloten toegangspunten.
  • Bedrieglijke toegangspunten worden verwijderd uit de lijst wanneer met geldige referenties een verbinding met het toegangspunt wordt gemaakt.
  • Alle uitgesloten toegangspunten in een netwerk (behalve de bedrieglijke of door de beheerder uitgesloten) worden verwijderd uit de lijst wanneer een profiel voor het desbetreffende netwerk handmatig wordt toegepast.

Opmerking:Items die grijs worden weergegeven, hebben betrekking op bedrieglijke of door de beheerder uitgesloten toegangspunten. Bedrieglijke of door de beheerder uitgesloten toegangspunten kunnen niet handmatig uit de lijst worden verwijderd.

Toevoegen

Hiermee kunt u een netwerknaam (SSID) toevoegen aan de lijst.

Verwijderen

Hiermee kunt u een vermelding verwijderen uit de lijst.

Lijst herstellen

Hiermee kunt u alle vermeldingen verwijderen uit de lijst.

Sluiten

Hiermee worden instellingen opgeslagen en wordt de pagina gesloten.

Help?

Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.


De draadloze radio in- of uitschakelen

Ga op een van de volgende manieren te werk om de radio in of uit te schakelen:

Opmerking: Als de computer aan staat, zendt de radio voortdurend signalen uit. In bepaalde situaties, zoals in een vliegtuig, kunnen signalen van de radio interferentie veroorzaken. Gebruik de volgende methoden als u de radio van de draadloze adapter wilt uitschakelen.

De optionele radioschakelaar van de computer gebruiken

Als op uw computer een externe schakelaar is geïnstalleerd, kunt u hiermee de radio in- of uitschakelen. Raadpleeg de documentatie van de leverancier van uw computer voor meer informatie over de schakelaar. Als Intel PROSet/Wireless is geïnstalleerd, wordt de huidige status van de radio weergegeven in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless en op de Taakbalk.

Intel PROSet/Wireless gebruiken om de radio in of uit te schakelen

Met het statuspictogram in Intel PROSet/Wireless wordt de huidige status van de radio aangegeven. Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Draadloze communicatie uit/aan om de radio uit of in te schakelen.

De radio in- of uitschakelen vanaf het taakbalkpictogram

Als u de radio wilt in- of uitschakelen, klikt u op het taakbalkpictogram en selecteert u Draadloze communicatie aan/uit.

De radio uitschakelen met Apparaatbeheer van Windows

U kunt de radio uitschakelen met Apparaatbeheer van Microsoft Windows.

Opmerking: Als u de radio hebt uitgeschakeld met Microsoft Windows, moet u Microsoft Windows ook gebruiken om de radio weer in te schakelen. U kunt in dat geval niet de hardwareschakelaar of Intel PROSet/Wireless gebruiken om de radio weer in te schakelen.

Windows XP

  1. Klik op Deze computer.
  2. Klik onder Systeemtaken op Systeeminformatie weergeven.
  3. Klik op Hardware.
  4. Klik op Apparaatbeheer.
  5. Dubbelklik op Netwerkadapters.
  6. Klik met de rechtermuisknop op de geïnstalleerde draadloze adapter.
  7. Klik in het menu op Uitschakelen.
  8. Klik op OK.

De software installeren en verwijderen

Bij een standaardinstallatie worden het stuurprogramma voor de draadloze adapter, de software van Intel PROSet/Wireless en Intel Wireless Troubleshooter geïnstalleerd.

Opmerking: Als u Novell Client* for Windows wilt gebruiken, moet u deze software installeren voordat u de software van Intel PROSet/Wireless installeert. Als Intel PROSet/Wireless al is geïnstalleerd, moet u deze software verwijderen voordat u Novell Client for Windows installeert.

Bij een aangepaste installatie kunnen de volgende voorzieningen worden geïnstalleerd:

Als u deze voorzieningen wilt installeren, selecteert u Aangepast voor de installatie. Volg onderstaande instructies om deze voorzieningen te installeren. Als Intel PROSet/Wireless al is geïnstalleerd, raadpleegt u de instructies voor aanwezige installaties.

installatieprogramma

Opmerking: Als u Novell Client* for Windows wilt gebruiken, moet u deze software installeren voordat u de software van Intel PROSet/Wireless installeert. Als Intel PROSet/Wireless al is geïnstalleerd, moet u deze software verwijderen voordat u Novell Client for Windows installeert.

De software installeren

  1. Plaats de installatie-cd in uw cd-rom-station.
  2. Klik op Software installeren in het installatievenster van Intel PROSet/Wireless.
  3. Lees de licentieovereenkomst.
  4. Selecteer Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst.
  5. Klik op Volgende.
  6. Klik op Aangepast.
  7. Selecteer in de lijst de voorzieningen die u wilt installeren:

WMI-ondersteuning: Windows Management Instrumentation maakt het voor beheerders die Intel PROSet/Wireless niet hebben geïnstalleerd mogelijk om clients waarop Intel PROSet/Wireless wel is geïnstalleerd, op afstand te beheren.

Hulpprogramma voor beheerders: Maakt het Hulpprogramma voor beheerders beschikbaar via het menu Extra. Met dit hulpprogramma kunnen gemeenschappelijke (gedeelde) profielen worden geconfigureerd. Het Hulpprogramma voor beheerders kan ook door een IT-afdeling worden gebruikt om voorzieningen in de software van Intel PROSet/Wireless in of uit te schakelen.

Eenmalige aanmelding: Hiermee wordt de voorziening Eenmalige aanmelding bij Verbinding vóór de aanmelding geïnstalleerd. Met dit hulpprogramma kunnen gemeenschappelijke (gedeelde) profielen worden geconfigureerd via het hulpprogramma voor beheerders.

De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld als de ondersteuning van Eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

De functie Eenmalige aanmelding is bedoeld voor bedrijfsnetwerken, waarin gebruikers zich over het algemeen aanmelden bij hun computer met een gebruikersnaam, wachtwoord en domein. Als Snelle gebruikerswisseling wordt gebruikt, wordt aanmelding bij een domein niet ondersteund.

Opmerking: Snelle gebruikerswisseling van Windows is standaard ingeschakeld als u Windows XP Home Edition gebruikt. De functie is met name bedoeld voor thuisgebruikers. Snelle gebruikerswisseling is beschikbaar in Windows XP Professional als u het besturingssysteem installeert op een zelfstandige of een via een werkgroep verbonden computer. Als een computer met Windows XP Professional wordt toegevoegd aan een domein, is de functie Snelle gebruikerswisseling niet beschikbaar.

Verbinding vóór aanmelding: Een profiel voor een verbinding vóór de aanmelding/gemeenschappelijke verbinding is actief zodra een gebruiker zich heeft aangemeld bij de computer. Bij Eenmalige aanmelding wordt een draadloze verbinding tot stand gebracht voordat de gebruiker wordt aangemeld bij Windows. Deze voorziening wordt geïnstalleerd met de functie Eenmalige aanmelding.

  1. Klik op Installeren. Wanneer de software op de computer is geïnstalleerd, worden de geïnstalleerde componenten weergegeven.
  2. Klik op OK.

Opmerking:Wanneer Verbinding vóór aanmelding is geïnstalleerd, wordt u gevraagd de computer opnieuw te starten nadat de software is geïnstalleerd.

Voorzieningen voor aanwezige installaties toevoegen

Als Intel PROSet/Wireless al is geïnstalleerd, volgt u onderstaande instructies om het Hulpprogramma voor beheerders en Verbinding vóór aanmelding toe te voegen:

  1. Klik achtereenvolgens op Start > Configuratiescherm > Software > Intel PROSet/Wireless Software.
  2. Klik op Wijzigen/Verwijderen.
  3. Klik op Wijzigen.
  4. Klik op Volgende.
  5. Klik op de rode X naast een van de voorzieningen die nog niet zijn geïnstalleerd.
  6. Klik op Deze voorziening en alle geselecteerde elementen ervan installeren.
  7. Klik op Wijzigen. Wanneer de voorziening is geïnstalleerd, wordt deze aangeduid met Geïnstalleerd in de lijst met Intel PROSet/Wireless-voorzieningen.
  8. Klik op OK.

WMM Power Save (UAPSD) inschakelen

Als u WMM Power Save wilt inschakelen, moet u het register wijzigen. Breng de volgende wijzigingen aan in het register.

Bewerk de volgende sleutel:

HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\Class\
{4D36E972-E325-11CE-BFC1-08002bE10318\00XX\ApsdTriggerQueues = c of f

(waarbij c = VI en VO zijn ingeschakeld, f = alle toegangscategorieën zijn ingeschakeld)

Voeg de volgende sleutel toe:

HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\Class\
{4D36E972-E325-11CE-BFC1-08002bE10318\00XX\ApsdFillCmd = 1

Voeg de volgende sleutel toe:

HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\Class\
{4D36E972-E325-11CE-BFC1-08002bE10318\00XX\ApsdTriggerMode = 3

 

Intel PROSet/Wireless verwijderen

U verwijdert Intel PROSet/Wireless als volgt:

  1. Klik op Start > Instellingen > Configuratiescherm > Software.
  2. Klik op Software van Intel PROSet/Wireless.
  3. Klik op Wijzigen/Verwijderen.
  4. Klik op Verwijderen.
  5. Klik op Volgende.
  6. Wanneer u daarom wordt gevraagd, bepaalt u wat u wilt doen met de huidige profielen en instellingen.

U hebt ervoor gekozen de software van Intel PROSet/Wireless in zijn geheel te verwijderen.

Geef op wat u wilt doen met de huidige profielen en instellingen:

  1. Maak een keuze en klik op OK.
  2. Als de software is verwijderd, klikt u op Ja om de computer opnieuw op te starten.

Terug naar boven

Terug naar inhoudsopgave

Voorwaarden voor het gebruik